Getekende nachtuil

Op sommige plekken verdringen zich gamma-uilen. Dat zijn geen vogels, maar vlinders. Nachtvlinders wel te verstaan, nachtuiltjes dus. Gamma-uilen zijn echter ook overdag te zien. Ze zijn dan minder actief maar als je in hun buurt komt, vliegen ze op en laten ze zich zien. Ze zijn bruin met op elke vleugel een wit teken dat op de Griekse letter gamma lijkt.
Tegen de avond worden ze zeer actief, zeker na een warme dag. Bij munt of andere bloemen die zich ’s avonds niet sluiten kan het echt wemelen van de gamma-uilen. Ze maken ook wel een wemelende indruk – onrustig als ze zijn. Terwijl ze zich van bloem tot bloem haasten, blijven ze vaak met hun vleugels fladderen. Dat doen ze snel. Ze blijven ook maar kort op een bloem zitten en soms nemen ze de rust, de tijd en de moeite niet eens. Dan steken ze in het voorbijfladderen even hun tong in een bloem. Dan lijken ze een beetje op kolibrievlinders; die lebberen altijd op die manier nectar.
Van april tot november kun je gamma-uilen tegenkomen, maar juli en augustus zijn hun topmaanden. Het ene jaar zie ik er veel meer dan het andere. Deze zomer zie ik je wel heel veel. Dat zal te maken hebben met het weer: een warme winter doet de vlinders goed en net toen ze zich tot vlinders verpopten, was de droogte voorbij, terwijl het heel warm werd.
Er verdringen zich ook dagelijks, of nachtelijks, gamma-uilen voor mijn raam, als de schemer valt en ik een lamp ontsteek. Ze komen op licht af zoals mannen op Marilyn Monroe afkwamen. Voor beide categorieën ergens-op-afkomers geldt dat het tot hun ondergang kan leiden.
Misschien wel de grootste concentratie gamma-uilen die ik ooit zag, bevolkte Domies Toen, de prachtige heemtuin in Pieterburen. Ze maken er gebruik van het veelzijdige nectaraanbod. Voor hun eitjes is ook plaats genoeg, want hun rupsen zijn niet kieskeurig en lusten een veelzijdige flora van walstro tot brandnetel.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 13 juli ’23)