Gekraagde schoonheid
Vorige week kreeg ik de eerste melding, en prompt volgden er meer. Intussen zijn ze ons land aan het herbevolken, na een winter in tropisch Afrika. Gekraagde roodstaarten vind ik een van de mooiste vogels van ons land, vooral de mannetjes met hun zilvergrijze bovenrug, kruin en nek, hun witte voorhoofd boven een gitzwarte keel en vooral hun oranjerode buik en staart. Adri Groenendal wist er een mooi op de foto te krijgen bij Kropswolde.
Gekraagde roodstaarten leven in een rommelig, afwisselend landschap met oude naaldbomen, open plekken, waar rupsen en andere insecten te vangen zijn. Ze broeden in holen, spleten in oude muren, knotwilgen, achter losse dennenbast, in boomholtes of nestkasten. In Nederland zijn ze vrij algemeen in halfopen bossen en in kleinschalig cultuurlandschap met hagen, bomen en bouwvallen. Het laatste landschapstype is zeldzaam geworden in Nederland, waar ieder oneffenheidje wordt opgeruimd voordat het kan ontstaan, om de agrarische overproductie niet te belemmeren.
Op de Veluwe zijn gekraagde roodstaarten relatief talrijk. Ook in en langs de bossen van Drenthe, Zuidoost-Friesland, Twente en de Achterhoek zijn ze vrij algemeen, evenals in Noord-Limburg. Op de Utrechtse Heuvelrug zijn ze minder aanwezig en in Zuid-Limburg zijn ze gek genoeg zelfs schaars. In de duinen zijn ze dan weer verrassend algemeen, althans waar rommelige, oudere naaldbossen niet onder het mom van ‘duinherstel’ of een ander lovenswaardig streven weggevaagd en als biomassa verkocht worden.
Nu is Nederland al ingericht: grotendeels plat, strak, kaal en gedesinfecteerd. Veel erger kan het niet worden. In de savannegordel van Afrika is veel meer landschap te verliezen en daar kunnen gekraagde roodstaarten en een heleboel andere Europese broedvogels last van hebben. Een droge, voedselarme winter heeft zijn weerslag op de kans of trekvogels overleven en in de lente terugkeren.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 14 april ’20)