Geelgroen geringde kanoet

Kanoetstrandloper Y2YGYG deed Texel aan, op weg van Mauritanië naar Siberië. Kanoetstrandlopers zijn wadvogels met oranje buiken. In de winter verdwijnt die kleur en zijn ze grijs met wit.
Kanoeten uit Canada en Groenland overwinteren in de Waddenzee. Kanoeten die in Siberië broeden, overwinteren in Mauritanië, maar onderbreken hun 8500 kilometer lange vliegreis op de Wadden, om kleine schelpdieren te eten. Die slikken ze zonder kauwen door en kraken ze in hun maag.
Kanoet Y2YGYG werd vorig jaar juli in haar broedgebied in Noord-Siberië gevangen en geringd door Job ten Horn en Jan van Gils, ecologen van het NIOZ. Afgelopen winter zagen zij hem terug in de Banc d’Arguin, het Mauritaanse waddengebied waar zandduinen uit de Sahara de oceaan inwandelen. En laatst zag Job hem op het wad bij Texel.
Hij herkende de vogel aan zijn plastic kleurringetjes om de poten, in een combinatie die geen andere kanoet heeft: een geel vlaggetje boven de rechterknie, en aan beide poten een gele en een groene ring. In afgekort Engels is dat het kleurenpalet YGYG met de vlag op positie 2: Y2YGYG.
De reislustige vogels zijn kort in Nederland. Reislustig? Of ze zo’n zin hebben in dat gevlieg is de vraag, maar ze moeten wel. Om kuikens op te voeden is de insectenrijke toendra nodig, waar het ’s winters donker en koud is. Kanoeten hebben moeite op tijd in Siberië te zijn, omdat de sneeuw daar steeds eerder smelt: gemiddeld al drie weken vroeger dan dertig jaar geleden. De insectenpiek schuift mee, maar de legdatum niet.
Kanoeten zijn geëmancipeerd. Vader en moeder broeden om beurten. Maar als de kuikens er zijn, vertrekt het vrouwtje vast. Vader begeleidt het nageslacht. De kuikens pikken hun eigen kostje op. Na een week of drie kunnen ze vliegen en moeten ze zichzelf redden. Vader trekt weg, en de jongen eveneens, vaak wat later. Zonder gids vinden ze de weg via Nederland naar Mauritanië.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 20 mei ’20)