Franje in duinzand

Nu de zomer last krijgt van herfstachtige buien, schieten de paddestoelen uit de grond. Boleten, russula’s en stinkzwammen zijn er als de kippen bij om hun hoeden te vertonen. De droge warmte, de brandende zon, de straffe oostenwind waren niet paddestoel-bevorderend. Toch zijn er altijd zwammen die het desondanks prima redden. De duinfranjehoed is een veel minder sierlijk wezen dan zijn naam doet vermoeden. Duinfranjehoeden zijn klein en bruinig. Veel paddestoeltjes zijn klein en bruinig en onopvallend. Maar duinfranjehoeden vallen ondanks hun kleine bruinigheid wel op. Ze staan namelijk zomaar in het scherpe duinzand, in het strandzand zelfs.
En dat in de brandende zon, terwijl ze gezandstraald worden door de droge oostenwind! En in het scherpe, witte strandzand kan toch geen voedsel te vinden zijn? Nee, maar duinfranjehoeden kunnen met hun zwamvlok diep reiken, tot begraven resten van helmgras. Hoe scherp en wit het strandzand ook is, waarin duinfranjehoeden groeien, er zal altijd helmgras in de buurt zijn. En dode helmgraswortels of ondergestoven helmgraspollen, die als paddestoelenvoeding dienen.
Duinfranjehoeden staan te boek als zeldzaam en prijken op de rode lijst als kwetsbaar. Nou, zeldzaam zijn ze waar geen strand en duinen zijn, maar niet aan de kust. Op Schiermonnikoog vind ik ze vaak aan de zeezijde van de duinen, soms tientallen bijelkaar. Maar de vermelding op de rode lijst betekent dat je ze niet mag plukken, en dat lijkt me gunstig, want als de zwammen op de foto geplukt waren, had u ze nu niet kunnen zien.
Er zijn meer typische strandzwammen, zoals de duinstinkzwam, de duinveldridder en het aandoenlijke zandtulpje, een zeldzaam soort aardster die ik nog eens hoop te vinden. Maar duinfranjehoeden zijn ook mooi.
(Natuurdagboek Trouw maandag 18 aug. 2014)