Draadjesvleesetende zwam

Draadjesvleesetende zwam

Harpoenzwam. Foto Klaas Hitman

Zolang zich geen (nacht)vorst aandient, groeien sommige paddenstoelen maar door. Daar zitten bijzondere bij. Klaas Hitman stuurde een foto van een harpoenzwam. Hij meldde dat het een vleesetende paddestoel is.

Vlees kan natuurlijk beschimmelen en zwammen zijn schimmels, maar echte paddestoelen die vlees eten zijn er weinig. Als vleesetende paddestoel ken ik de rupsendoder, een zwam die groeit op en zich voedt met een rups of, vaker nog, een pop.

In Nederland zijn acht soorten harpoenzwammen gevonden, allemaal zeldzaam. Sommige groeien op dood hout, andere op helmgraswortels in het strandzand en de volgende moet het hebben van schraal grasland. De harpoenzwam die Hitman scoorde, is de nogal ongewone gewone harpoenzwam en misschien de zeldzame ondersoort ervan: de grijze harpoenzwam. Hitman vond de zwammen op de Veluwe tijdens een excursie van een paddestoelenwerkgroep. De gewone, grijze en bleke harpoenzwam zijn alleen uit elkaar te houden door de vorm van hun sporen te vergelijken, die daarvoor onder de microscoop moeten.

Harpoenzwammen zijn ongevaarlijk voor mensen en andere zoogdieren. Ze omstrengelen geen voorbijgangers, wurgen ze niet en zuigen ze niet leeg. Met hun zwamvlok ofwel mycelium, het ragfijne wortelstelsel, vangen sommige soorten harpoenzwammen aaltjes, piepkleine bodeminsecten. Die aaltjes, ook wel nematoden genoemd, leven op de grond, op het hout en in de bodem waarop de zwammen groeien. De aaltjes worden verteerd en opgenomen. Aaltjes zijn wormpjes van hooguit een millimeter lengte. Ze leven zelf van slakken of insecten, van elkaar of van planten. Er zijn vele soorten en in een gezonde bodem komen er gemiddeld een stuk of tien per vierkante centimeter voor. Genoeg te eten voor een harpoenzwam dus. Vleeseten is een groot woord voor het consumeren van die piepkleine wormen, die zo dun zijn als een draadje. Harpoenzwammen eten draadjesvlees.

(Natuurdagboek Trouw dinsdag 11 dec. 2018)

DELEN
Reacties zijn gesloten.