Dode duif

We wandelen op Schiermonnikoog over een bospad tussen een vochtig berkenbos en een vrij oud dennenbos. Naast het pad ligt een dode duif. Een jonge houtduif is het, onlangs uitgevlogen. Er zitten nog plukjes nestdons op zijn rug, zijn snavel is nog kuikenachtig. Er zit bloed op. Die heeft maar kort geleefd. Hij is ook nog maar kort dood, hij ziet er vers uit. Toch zoemen er al vliegen omheen.
Waar geleefd wordt, vallen doden; alleen de heel snelle, slimme, lenige of anderszins best aangepaste individuen redden het. En zelfs die topatleten gaan een keer dood, soms al heel rap. De natuur is mooi, maar je moet er wat bij drinken.
Ik kniel voor een foto. De duif blijkt nog te ademen. Ineens komt er leven in, hij klapwiekt twee keer, probeert weg te scharrelen, maar het lukt niet meer. Hij laat een bloedspoor na. Niet alleen op de snavel zit bloed, zijn onderkant ligt open. Waarschijnlijk is hij gepakt door een sperwer of havik. Haviken broeden sinds een jaar of tien op het eiland. Sperwers trekken nu door vanuit Scandinavië. Sperwer of havik, de roofvogel is tijdens de jacht waarschijnlijk gestoord door wandelaars, de prooi ligt tenslotte op een wandelpad.
Misschien komt de jager terug, maar misschien ook niet. In dat geval ligt de duif vast nog lang te zieltogen, voordat hij doodgaat. Vlees voor de vliegen. Mensen vinden altijd dat je een lijdend dier dat hoe dan ook doodgaat, uit zijn lijden moet verlossen. Lijdende mensen die hoe dan ook doodgaan, verlossen we niet uit hun lijden. Ik maak de duif dood, een duif gaat gemakkelijker dood dan een meeuw. Maar leuk is het niet.
(Natuurdagboek Trouw 27 sept. 2013)
2 gedachten over “Dode duif”
Hoe deed je dat? Serieuze vraag.
Kan ik me helemaal in vinden Koos.
Ook een dier hoeft niet onnodig lijden.
Reacties zijn gesloten.