De (zwarte) specht van het water

De (zwarte) specht van het water

Fuut op het meerkoetennest Foto Koos Dijksterhuis
Fuut op het meerkoetennestm. Foto Koos Dijksterhuis

Wat hebben wilde eend, aalscholver, blauwe reiger, kuifeend en fuut gemeen, afgezien van dat ze watervogels zijn? Wel, het zijn de vijf soorten die ik afgelopen maanden op een meerkoetennest heb zien staan. De meerkoet zelf tel ik niet eens mee.

Niet op zomaar een meerkoetnest zag ik de vijf soorten watervogels staan, maar op één specifiek meerkoetennest. Het vormt een mini-eilandje in een stadsvijver. Er zijn meerdere stadsvijvers en bovendien sloten en plassen en in ieder water zag ik afgelopen lente wel een meerkoetennest. In de loop van de nazomer waren de meerkoeten klaar met broeden. Hun nesten zijn nu onbewoonde mini-eilandjes. Op dat ene na.

Alleen op dat nest zie ik bijna altijd een watervogel zitten. Wilde eend, aalscholver en reiger zag ik er in het begin van de zomer op: loerend of duttend, poetsend of vissend. Midden in de zomer namen de kuifeenden er hun intrek: moeder en twee jongen. Ze werden soms afgewisseld door een fuut, meestal een fuut tegelijk, soms twee, een enkele keer drie. Als er één fuut op het koetennest zat, dobberde er steevast een andere in de buurt rond.

Zoals vele vogelsoorten een schuil-, slaap- of zelfs broedplaats vinden in door (vooral zwarte) spechten uitgehakte holen, vinden watervogels een handige zitplek op een door meerkoeten opgeworpen broedeiland. De meerkoet is de (zwarte) specht van het water.

Voor watervogels lijkt me zo’n eilandje ideaal: direct uit het water te betreden, veilig voor katten en andere landroofdieren en als die zich toch te water begeven, dan ligt het ruime sop voor je vliezen of voeten. En wegvliegen kan ook altijd nog. Logisch dus dat ze erop gaan zitten als het koetennest vacant is. Het is eerder een mirakel dat de heer en mevrouw knobbelzwaan de troon nooit bestijgen.

Maar waarom altijd dat ene nest en nooit een van de vele andere? Die zullen heus wel eens gebruikt worden, maar ik zie het nooit.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 4 november ’21)

DELEN
Reacties zijn gesloten.