De vrijheid van niet-zien
Van een vriend kreeg ik oude boeken en daartussen zat De Sneeuwluipaard van Peter Matthiessen. Die beschrijft een 400 kilometer en drie maanden lange wandeltocht door de bergen van Nepal, in 1973, samen met de zoöloog George Schaller. Ook Schaller schreef er een boek over: Stones of Silence. Toen ik eens vijf weken door Nepal wandelde, las ik Schallers boek, dat ondanks zijn poëtische titel vooral over onderzoek gaat. Matthiessens prozaïsche titel vertelt juist een persoonlijk verhaal over zijn pelgrimstocht door de bergen, op zoek naar vrijheid.
Matthiessen was boeddhist en spiritueel ingesteld. Ik heb jarenlang boeddhistische meditatie beoefend, en heb kloosters bezocht in vijf Aziatische landen, waaronder Nepal. Toch voel ik meer voor wetenschap dan voor spiritualia. Matthiessen gelooft zelfs in levitatie (vliegen) en op water lopen, en het bestaan van de yeti lijkt hem waarschijnlijk; de (verschrikkelijke) sneeuwman. Ach ja, de hippietijd.
De Sneeuwluipaard is een mooi boek. Destijds reisde ik maandenlang en las ik wat ik toevallig te pakken kreeg. De Sneeuwluipaard had ik gemist. Matthiessen beschrijft de woeste Himalaya zoals ik me die herinner, met de ijle lucht, de hete zonnestralen door de vrieslucht, de met de hoogte veranderende seizoenen, de gieren, de berghoenders, de houtvuurtjes, de yaks en de Tibetanen. Hij schrijft over de Daulagiri, de Annapurna en de Machapuchare, drie gigantische bergen, waar ook ik tussendoor liep.
De heren vinden blauwschapen, en waar die leven, kunnen sneeuwluipaarden zijn. Die schitterende dieren leven bijna even afgelegen, hoog en onvindbaar als yeti’s. Mij leek één mythisch wezen al prachtig, en ik wilde het liefst een sneeuwluipaard zien. Dat gebeurde niet, maar ook niet-zien is waardevol, vindt Matthiessen. Hij maakte zijn pelgrimage na de dood van zijn vrouw, en bracht hun zoon zolang onder bij familie. Vrijheid…
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 14 januari ’20)
2 gedachten over “De vrijheid van niet-zien”
hoe doe je dat nou, je schrijft ontzettend veel meer niet dan wel en toch krijg ik er een duw van, of een tik, of een wat onbesuisde aai over annex klap op mijn kop, mirakels, daarbij vermoed ik dat je het vrij achteloos schreef, althans niet met eindeloos veel doorhalingen en herpakkingen
Mooi , heerlijk om te lezen!
Reacties zijn gesloten.