De tiende plaag
De ene vogelziekte wisselt de andere af. Het geel, usutu en botulisme… ze worden overtroffen door vogelgriep, hoogstwaarschijnlijk ontsnapt uit de pluimvee-houderij in China. Noem het de tiende plaag.
Het geel treft vooral zaadetende vogels als duiven en groenlingen. Usutu is de schrik van merels. Botulisme ken ik vooral van watervogels. Die gaan nu dood aan vogelgriep.
Ik zag afgelopen herfst hier in de buurt de knobbelzwaanfamilies niet meer. Ik vond wel dode zwanen. Op het strand van Schiermonnikoog vond ik dode brandganzen, dode Jan-van-genten en zelfs een dode grote jager. En natuurlijk dode grote sterns. Uit diverse tellingen blijkt dat tussen de 16 en 60 procent van de grote sterns in 2022 is doodgegaan. Hopelijk zijn de overlevenden minder vatbaar, want het virus is niet weg, o nee, inmiddels regent het dode kokmeeuwen. Ik zie ze liggen in ieder moerasgebied waar ze broeden, ook al worden ze frequent door de beheerders opgeruimd. Het opruimen van dode vogels scheelt een stuk in het besmettingsgevaar van de overlevenden.
Eerst schoten we vogels dood, om ze op te eten en vooral voor de lol, vaak tot (bijna) uitroeiing toe. Toen maakten we ze met tientallen miljoenen dood om dameshoeden mee te versieren. We vingen (en vangen) ze om in kooien en volières te houden. We verzamelden hun veren om dobbers en plumeaus van te maken. We verzamelden vogels om op te zetten. We haalden hun nesten leeg en bliezen hun eieren uit. We vernietigden hun leefgebieden. We vergiftigden en bestreden hun voedsel. We laten miljoenen katten loslopen. En nu geven we onze gevederde vrienden vogelgriep. Het zou een mirakel zijn als vogels de mens niet als hun god der wrake beschouwen. Ze kunnen bidden en smeken wat ze willen, we geven ze tien plagen. Of twaalf, het is maar wat je meetelt.
Wat zou de elfde (dertiende) plaag worden? Het bestrijden van vogelgriep door wilde vogels dood te maken?
(Natuurdagboek Trouw maandag 19 juni ’23)