De Stilste Kern

Omroep Flevoland wil vanwege het chique maar spotgoedkope boek Jong & Wild over de Flevolandse natuur een interview voor tv, radio en internet en dat allemaal in één klap. Ik ben gevleid en stel de Stille Kern van het Horsterwold voor.
Boswachters van Staatsbosbeheer zeiden me telkens dat het Horsterwold het grootste loofbos is van West-Europa. Toen ik preciezere informatie vroeg, bleef men die schuldig. Wat is bijvoorbeeld West-Europa? Hoort Noorwegen daarbij? Spanje? Zwitserland? Maar goed, het grootste loofbos van Nederland is ook al een hele eer. Zolang de Veluwse naaldbossen zich niet verloven, staat het Horsterwold op 1. Middenin dat bos ligt een ooit aangelegd plassengebied met eilandjes, grazige oevers, meidoornbosjes en bosranden. Een opgeworpen duin met twee bankjes geeft een magnifiek uitzicht over het schilderachtige landschap. Het uitkijkpunt is over een lang, recht, langzaam maar gestaag stijgend pad bereikbaar vanaf de Flediteweg.
Voordat we die Flediteweg bereiken, glibberen we al kilometers over een blinkend wit bosweggetje. Twee konijnen hippen door de sneeuw. Konijnen, waar zie je ze nog? In het Horsterwold. De konijnen moeten genoegen nemen met geel verdorde, wit bevroren grassprieten. Ze mogen wel oppassen, want verderop zit een vos in de berm. De vos lijkt goedgevuld, maar dat komt door zijn opgezette wintervacht. Hij trekt zich aarzelend terug tussen de bomen, tot zijn oksels in de sneeuw. Op iedere twijg ligt centimeters. Sprookjesachtig. De wind ligt en de sneeuw dempt de alarmroep van een merel, het geneuzel van putters die pendelen tussen klissen en elzenproppen, het geknerp van onze voeten, het gezoem van de camera. De Stille Kern heet dit stiltegebied. Geschikt voor rustzoekers, ongeschikt voor recreanten.