De onoverwinnelijke Cichorei

Ooit leefde ik een tijdje als asceet. Ik dronk zelfs geen koffie. Wel dronk ik bamboe. Bamboe was namaak-oploskoffie of oplos-nepkoffie. Dubbel beroerd, zult u denken, maar het kostte niet weinig want het kwam uit de natuurvoedingswinkel. En ekoproducten zijn duurder dan milieuverwoestende producten. Wie het milieu niet verwoest, moet nou daar nou eenmaal voor boeten.
Oplosnepkoffie wordt gemaakt door cichoreiwortels te roosteren. Ouderen zullen zich huiverend de aangebrande bocht herinneren, die ze in de oorlog dronken in plaats van koffie. Cichorei is een composiet met Mediterrane roots, die als leverancier van drinkbare wortels waarschijnlijk al in de Romeinse tijd naar Nederland gebracht is. Begonnen als cultuurgewas is de plant verwilderd en ondertussen is het echt een wildebras geworden. Overal duikt cichorei op, vooral in bermen en langs dijken, in uiterwaarden en hooilanden. De lila bloemen maken een feestelijke indruk. Cichorei heeft taaie stengels die bestand zijn tegen (enige) begrazing en vertrapping. Zelfs als er een airconditioned, hydraulisch geveerde trekker met giertank overheen banjert, richt cichorei zich weer op.
Niet kapot te krijgen.
De Germanen waren er een paar duizend jaar geleden van overtuigd dat die taaie plant ze onoverwinnelijk maakte. Misschien is het wel aan cichorei te danken dat de Romeinen niet verder oprukten naar het noorden.
De cichorei van de namaakkoffie is een ondersoort. Een andere ondersoort ligt waarschijnlijk wel eens op uw bord, althans de bladeren ervan. Die groeien ondergronds en blijven daardoor bleek. Dat is Brussels lof of witlof. Ik ga het weer eens klaarmaken en drink daarna een beker bamboe. Zolang je jezelf niet wijsmaakt dat het koffie is, is het best te pruimen.