Bloei en zang
Laatst stelde ik een wedstrijdje voor: wie het eerst speenkruid zag bloeien. Prompt kwam er een melding, de dag erna gevolgd door twee andere en later nog één. Vier lezers zagen begin februari speenkruid in bloei! Fijn dat de lente voor de deur staat, maar is dit niet overdreven? Nog een winterakoniet werd gemeld en roffelende spechten. Albert Ploeger zag een boterbloem bloeien, die volgens hem de winter had overleefd. Boterbloemen kunnen inderdaad heel laat nog bloeien. Woensdag struinde ik met natuurmonumenter Alje Zandt door het Dwingelderveld, met lenteachtig weer. Er kroop een rups van de veelvraatvlinder op de kraaihei. We hoorden en zagen veldleeuweriken zingen, die ultieme lentebrengers. Twee wulpen dwarrelden roepend over. In Diever neurieden spreeuwen in de boom en sloegen vinken hun slag na slag. Dinsdag ging ik naar Texel. In het Noord-Hollands Kanaal bij Den Helder gaven twee futen een voorproefje: ze dobberden tegenover elkaar, hun gezamenlijke halzen tot een hart geplooid. Op het eiland vielen me aan de westkant van Den Hoorn, tussen de sneeuwklokjes onder de bosjes in de berm, vele aronskelken op. Vers blad. En tot mijn verrassing stond er een paardebloem op het punt van ontluiken (foto). Een paardebloem op 15 februari… Om de boot cirkelden kokmeeuwen met gitzwarte koppen, klaar voor het broedseizoen. Aan dek was het uit de wind goed te doen. Al dat lentegedoe, gelukkig maakte een plompe zeevogel die vlak over het water vloog duidelijk dat het nog winter was, volop winter: een roodkeelduiker in winterkleed.
Blijf uw lentewaarnemingen doorgeven, al kan ik niet iedereen noemen. Maar wacht, één inzender haalt de krant: de winnaar van de speenkruidbloeiwedstrijd is J. van Bloois.