Blauwe kikvorsmannen

Nou was ik precies in de goede tijd in een paar heidegebieden met vennen, het was er ideaal weer voor, maar toch heb ik het gepresteerd geen heikikkers te zien. Heikikkers zijn kikkers met een streep over hun ruggegraat. Ze leven, hoe kan het ook anders, op de hei. En zoals voor kikkers gebruikelijk, paren ze te water.
Het mannetje klimt op de rug van het vrouwtje en klemt zich stevig vast, tot zij haar eitjes loslaat en hij zijn zaad erover kan laten vloeien. In het water zwellen de bevruchte eitjes op tot kikkerdril met donkere puntjes, die uitgroeien tot kikkervisjes. Wordt een vrouwtjeskikker voor de paring doorgeslikt door een buizerd, reiger of kat, dan kunnen haar onbevruchte eitjes ook opzwellen tot een massa dril, die uit de buizerd-, reiger- of kattenmaag puilt. De eter braakt de dril uit en dat ligt dan ergens als een mysterieus goedje, waarvan de argeloze wandelaar zich afvraagt waar het vandaan komt.
En als wandelaars zich iets afvragen, worden er weldra de ruigste verklaringen bedacht. De uitgekotste dril moest wel sterrenstof zijn, stof van de sterren. Hoe men die slijmerige nattigheid stoffig kon vinden?
Ik heb wel eens heikikkers gezien, maar nog nooit op vrijersvoeten. Dan doen ze in maart, na een paar zonnige dagen. Afgelopen tijd dus. En als de mannetjes op vrijersvoeten zijn, kleuren de vlekkerig bruine kikkers blauw. En dat had ik wel eens willen zien. Ik liep dagen langs heidevennen, maar nee. Nou willen die blauw aangelopen nog wel eens tot in april doorfoezelen, dus wie weet krijg ik een herkansing.
Alleen de kikvorsmannen kleuren blauw. De vrouwtjes verkleuren helemaal niet, ook niet roze, ze blijven bruinig.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 24 maart 2015)