Bevrijding voor de juffer

In de warmte van april kwamen libellen en juffers tot leven. Libellen zijn doorgaans forser dan juffers en in rust houden ze hun vleugels dwars op hun lichaam gestrekt. Juffers klappen hun vleugels op.
Vorig jaar werkte ik de hele lente aan een boek over de natuur van Flevoland. Ik hoorde dat er een libellendag kwam in Almere. Net op tijd kwam ik erachter dat het geen libellendag was, maar Libelledag, een lijfstijlbeurs van een damesblad. Het enkelvoud van het insect is trouwens libel, niet libelle. Het woord libelle is voor insectenkenners net zo’n kwelling als het woord eigenaresse voor taalliefhebbers. Je moet het dagelijks horen of in de krant lezen, je weet dat er geen kruid tegen gewassen is, maar de fout steekt je telkens een beetje.
Er was een tijd dat kleumse lieden zich ’s nachts warmden aan een houten koker waarin ze een ijzeren pin staken. Die pin had in het vuur gelegen en was roodgloeiend. Deze voorloper van de warmwaterzak en kruik heette een beddejuffer. Vuurjuffer was ook toepasselijk geweest, maar die naam is voorbehouden aan een vuurrode juffersoort. Vuurjuffers zijn algemeen langs begroeide wateren op veen en zandgronden. Langs de kust en op de klei zijn ze zeldzaam. De vuurjuffer is één van de eerste juffers die in de lente als larve langs een rietstengel uit het water klimt en daar uitsluipt. Uitsluipen is de fraaie term voor libellen of juffers die zich uit het korset van hun jeugd wurmen. Dat korset, exuvium genoemd, ritst open en blijft achter op de stengel. Wat een bevrijding moet dat zijn voor die dieren.
2 gedachten over “Bevrijding voor de juffer”
Bovenstaande kan ik niet meer wijzigen, maar de jaartallen moeten natuurlijk zijn 1736 resp. 1768…
Waarom toch die ergernis jegens het woord libelle? Het is een mooi woord dat anderhalf tot twee eeuwen gangbaar is in onze taal. Aanvankelijk werd het nog als een latinisme gevoeld (“En de groote Vlieg, van de Latynen Libelle genaamt, heeft het hooft geheelyk met oogen bezaait” – Jacobus Loveringh, 1836), maar bij Houttuyn (1868) is het al een gewone benaming (“Beschrijving van de Juffers of Libellen”). Libelle is in het WNT dan ook gewoon een nevenvorm naast libel.
Reacties zijn gesloten.