
Zou een boktor boktor heten vanwege zijn uitbundige voelsprieten die lijken op de horens van een bok? Ik denk het wel. De distelboktor leeft als larve in de stengels van distels en brandnetels en heet ook wel brandnetelboktor. Op één dag kwam ik onlangs twee van deze slanke boktorren tegen, zo’n zestig kilometer van elkaar. De eerste zat op brandnetel in een drassig wilgenbos, de ander zat op distel in een berm langs een sloot. Of nee, beide zaten op mijn hand. Maar de omgeving was rijk aan brandnetels respectievelijk distels.
Torren. Alle insectenfamilies zijn groot, we hebben al gauw over duizenden soorten sluipwespen, bladwespen, bladluizen, mieren, micronachtvlinders, eendagsvliegen. Maar van kevers schijnen er honderdduizenden te zijn, vaak nog onontdekt. Hoe weet men dan dan? Door een forse, tropische boom leeg te schudden en te kijken wat er uitvalt. Vooral kevers en uit elke boom weer andere soorten kevers. Er staan nogal wat bomen in het tropische woud, al werken we er hard aan ze omver te raggen. Hoeveel nog nooit beschreven keversoorten zouden we uitroeien met iedere woudreus die we omhakken om papieren wegwerpzakdoekjes van te maken?
Darwin zou gezegd hebben dat kevers Gods hobby waren, omdat hij er zoveel van schiep. Mooie uitspraak, al klopt hij niet. God maakte zoveel kevers omdat het zijn werk was. Als hobby maakte hij er schaamluizen en knoetjes en limonadewespen en nog een heleboel lollige wezens bij. Zoals de distel- of brandnetelboktor. U kijkt er vast niet van op dat de larven van die tor distels en brandnetels eten. Terwijl vrijwel alle andere boktorlarven toch van hout leven.