Vijf slechtvalken

Vijf slechtvalken

Slechtvalk. FotoB Rob Buiter
Slechtvalk. FotoB Rob Buiter

In het Lauwersmeer jagen nog enkele bruine kiekendieven langs de rietkragen, voor ze naar het zuiden aftaaien. Sommige blijven de hele winter in (Zuidwest-)Nederland, de meeste trekken verder zuidwaarts, tot voorbij de Sahara aan toe.

Hun plaats wordt ingenomen door andere roofvogels uit Scandinavië of Oost-Europa. Buizerds bijvoorbeeld, die ook bij ons broeden, maar ’s winters gezelschap krijgen van noordelijker soortgenoten. Over Nederland trekken nu veel buizerds.

Andere noordoosterlingen die arriveren zijn slechtvalken. Ook die broeden in toenemende mate in Nederland. Slechtvalken waren in de jaren ’60 heel zeldzaam geworden. Dankzij een reddingsoperatie in Duitsland is de soort uit de put gekrabbeld. Slechtvalken heroverden Nederland, waar ze nu met tientallen paren broeden, vaak in hooggehangen nestkasten. Ze overwinteren tot in binnensteden. In Groningen huisde er ’s winters jarenlang een in de A-toren, vanwaar hij stadsduiven en kokmeeuwen greep.

Slechtvalken zijn razendsnelle, steviggebouwde roofvogels die vrijwel altijd vliegende prooien pakken. Dat op de grond scharrelende vogels in paniek opvliegen, als een roofvogel verschijnt, is in geval van een slechtvalk geen handige strategie.

Tijdens een dagje Lauwersmeer speuren we bij het Jaap-Deensgat even de omgeving af en zien we meteen drie slechtvalken. Alledrie zitten ze op een paal. Even later zien we er nog een en nog later komt nummer vijf in beeld. Vanaf de uitkijkbult bij de Pomp speuren we door de telescoop rond. Ik zoek kale bomen, waarin vis- of zeearenden kunnen rusten. Een telescoop verruimt je horizon, maar kent weer nieuwe grenzen. Heel verweg zindert een dode boom met een fors ogende roofvogel erop. Hij zit met zijn rug naar ons toe. Pas als hij omkijkt, worden zijn zwarte kap en witte hals zichtbaar. Slechtvalk.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 8 okt. 2015)

DELEN
Reacties zijn gesloten.