
In hoeverre de ecologische hoofdstructuur goed is voor de hoeveelheid plant- en diersoorten, is nog maar de vraag. Het klinkt aannemelijk: hoe groter een natuurgebied, hoe meer planten en dieren erin passen. En als een ander natuurgebied achter snelwegen, kanalen of weilanden ligt, dan kunnen dieren er niet naartoe. En vervoeren ze geen zaden.
Dankzij zulke aannamen denken we dat natuur ‘aaneengesloten’ en ‘robuust’ moet zijn. Wat dat inhoudt weet niemand precies, maar in de praktijk komt het neer op wildviaducten, dassentunnels en natuurcorridors.
Hoe breed een natuurcorridor moet zijn weten we niet. Een tien meter brede strook struiken, waarin ook nog een voetpad, fietspad, kanoroute, ruiterpad, parkeerterrein en pannenkoekenhuis gepropt zijn, moet daar een ringslang doorheen? Een zandloopkever, een ijsvogelvlinder, een eikelmuis? Misschien wagen zich alleen verwilderde katten en vossen erdoor, dieren die toch al het hele land koloniseren. Zodat die ene vos dat vennetje kan bereiken, waar hij de eieren van de gehele kokmeeuwkolonie opeet. De Noordse woelmuis overleeft alleen nog op eilanden, die onbereikbaar zijn voor concurrerende aardmuizen. Soms kan isolatie splendid zijn!
‘Of verbinden van natuurgebieden gunstig is voor biodiversiteit staat niet vast, vooral omdat er weinig gegevens zijn’, lees ik in Wetenschap is ook maar een mening (uitgeverij Oostenwind, €15), een boekje waarin enkele wetenschapsjournalisten 25 actuele kwesties vergelijken met wat er feitelijk over bekend is. Dat rekeningrijden helpt tegen files is bijvoorbeeld bewezen, maar dat kleinere schoolklassen de leerprestaties bevorderen is nooit aangetoond, integendeel. Het verbinden van natuurgebieden kan gewenste, ongewenste of geen effecten hebben. We weten het gewoon niet, we onderzoeken het nauwelijks, maar doen alsof het het ei van Columbus is.
Ik kan uit eigen waarneming laten weten dat:
Sinds er tunnels zijn onder de A79 tussen Maastricht en Heerlen ik geen dode dassen meer heb gezien langs de weg.
in VK vandaag een groot stuk over ecoducten en de ruzie over welke dieren wel of niet mogen oversteken. Hazelwormen zijn overal welkom, maar edelherten niet.