
Soms dwarrelt er als je door het gras loopt een nachtvlinder op. Dat zou een grijze stipspanner kunnen zijn. De grijze stipspanner overdagt vaak in lang gras en laat zich daar uit wakker schrikken. Als de zon al ondergaat, zal hij wel op blijven. Dan fladdert hij naar een bloeiende distel, zuring, paardebloem of andere bloem. Heel algemeen zijn deze nachtvlinders niet, maar zeldzaam evenmin. Maar ze komen in allerlei halfopen, halfbegroeide landschappen voor, met inbegrip van tuinen. En ze laten zich prachtig zien omdat ze op licht afkomen. Bij de buitenlamp, bij de lamp in het toiletgebouw van de Franse camping, of op het venster. Zoals veel spanners spreidt de stipspanner zijn vleugels alsof hij poseert voor een foto. Door de camera tegen het glas te laten leunen, wordt de foto bij schemerlicht nog haarscherp. Kunt u meteen zien dat ons raam nodig gelapt moet worden. Maar wij lappen de ramen aan onze laars. De stipspanner meet tussen beide vleugelpunten zo’n drieënhalve centimeter. Over de smalle vleugels zijn twee lijnen getrokken. De buitenste lijn buigt bij de top naar binnen. De voorvleugels hebben nog een vage, derde lijn. Daar is ook de grijze stip te zien waaraan de vlinder zijn naam dankt. De achtervleugels zijn vaak ook gestipt, maar de vlinder op de foto mist die twee stipjes. Een spanner heet spanner vanwege de wijze waarop hij als rups voortkruipt. Dan haalt hij zijn achterlijf naar zijn kop, waardoor hij opbolt tot de Griekse letter Ωmega, waarna hij zijn lijf strekt. Iemand heeft ooit gemeend dat ‘spannen’ de lading dekte van deze rupsentred en noemde de betreffende nachtvlinders spanners.
Recente reacties