De eerste zwaluwen!

De eerste zwaluwen!

Boerenzwaluw. Foto Koos Dijksterhuis

Eén zwaluw brengt nog geen zomer. Gelukkig zag ik er twee! Mijn eerste boerenzwaluwen van het jaar zag ik vliegen op 5 april. Ze brachten zoals altijd weliswaar geen zomer – de mensen formuleren vaak slordig als het over vogels gaat – maar het was een stralende, zij het frisse lentedag.

Het zou trouwens best kunnen dat zwaluwen ook geen lente brengen, maar dat de lente zwaluwen brengt. De lente brengt van alles; op dezelfde dag zag ik de eerste gele kwikstaart en de eerste fitissen van dit jaar. Tevens hoorde ik het eerste gepruttel van een rietzanger in het riet. Verder zweefden bruine kiekendieven af en aan, pronkten lepelaars met hun kuiven en showden rietgorzen hun zwarte koppen, terwijl ze aan een riethalm hingen te rocken.

Verder brengt de lente blauwborstjes, tuinfluiters, roodstaarten, vliegenvangers, boompiepers, visdiefjes, koekoeken, nachtegalen, wielewalen en nog een stel vogels. En natuurlijk een batterij aan vlinders, bijen, libellen en andere insecten.

Waarom juist een zwaluw wordt gekozen? Zwaluwen spreken tot de verbeelding, omdat ze in en om huis en hoeve leven. Gierzwaluwen broeden onder dakpannen, huiszwaluwen onder dakranden en boerenzwaluwen in schuren. Ze zwieren snel en lenig rond en vangen muggen. Zwaluwen waren altijd geliefd. Toch weten we maar weinig van ze. We negeren oeverzwaluwen en scheren de andere drie soorten, waarvan de gierzwaluw niet eens een zwaluw is, over één kam. Van hen brengt de lente boerenzwaluwen als eerste. We weten nog maar kort waar die overwinteren: in zowat heel tropisch Afrika.

Ooit dacht men dat zwaluwen in de herfst in de modder in waterbodems overwinterden. Dat had Aristoteles bedacht, die ook al gek was op zwaluwen. Hij zou de uitdrukking “één zwaluw brengt nog geen zomer” gemunt hebben, oorspronkelijk met de toevoeging “net zomin als één mooie dag”. Als filosoof was hij meer een denker dan een ziener.

(Natuurdagboek Trouw woensdag 10 april ’19)

DELEN
Reacties zijn gesloten.