Natuurdagboek 2015
Altijd liefjes in het gras

Altijd liefjes in het gras

Madeliefjes. Foto Koos Dijksterhuis
Madeliefjes. Foto Koos Dijksterhuis

Iedere herfst en winter krijg ik berichten van verbaasde lezers die “nog” of “al” madeliefjes hebben zien bloeien. Meestal gaan de waarnemingen gepaard met hoofdschuddend klinkende opmerkingen over de klimaatverandering.

Hoewel de gemiddelde buitentemperatuur stijgt en het klimaat meeverandert, zijn madeliefjes daar nou juist geen verrassend voorbeeld van. Het bloei- en groeiseizoen wordt weliswaar langer, maar madeliefjes bloeien nou eenmaal het hele jaar door, en ze doen dat al jaren: zomer en winter, lente en herfst. In de lente en zomer zijn er meer en bloeien ze uitbundiger; hele grasvelden vol bloeiende liefjes zijn er in de winter niet. Maar zolang het niet aanhoudend vriest, zijn er altijd wel bloeiende madeliefjes te vinden. Niet voor niets luidt hun wetenschappelijke naam Bellis perennis: blijvend mooi.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Zwartkop drinkt nectar uit winterbloemen

Zwartkop drinkt nectar uit winterbloemen

Zwartkop. Foto Raymond van der Ham
Zwartkop. Foto Raymond van der Ham

Zwartkopjes zijn algemene broedvogels in Nederland en blijven bij uitzondering overwinteren, zoals de held in het natuurdagboek van gisteren bewees.

In de zomer eten zwartkoppen rupsen en (andere) insecten. Ze kunnen in Nederland overwinteren als ze overstappen op een dieet van strooivoer, kruimels, vetbollen, zaden, bessen en vruchten. Dat doen de overwinteraars dan ook. Insecten en hun larven zijn eiwitrijker en onmisbaar voor het voeren van de kuikens. Maar kuikens zijn er in de winter niet. En zwartkoppen blijken inventief in het vinden van voedselbronnen.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Zomerse zwartkop in de winter

Zomerse zwartkop in de winter

Zwartkop met  appels. Foto Koos Dijksterhuis
Zwartkop met appels. Foto Koos Dijksterhuis

Vier appels hebben de stormen getrotseerd en hangen in hun ontbladerde boom. Twee ervan zijn stevig aangepikt door vogels. De andere twee schurken tegen elkaar aan, aan een twijgje dat zelfs voor een merel te wiebelig is. Toch zie ik er een vogel opzitten. Een kleine vogel. Hij pikt. Is het een mus? Een mees?

Door de kijker zie ik een vogel met een slank postuur en een dunne snavel. Eerder een mees dan een mus. Maar zijn kleur is juist mussig. Behalve zijn gitzwarte pet. Het is een zwartkopje.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Honingkleurige bomendoders

Honingkleurige bomendoders

Honingzwam. Foto Koos Dijksterhuis
Honingzwam. Foto Koos Dijksterhuis

Elk jaar komen eind september de honingzwammen op en in december kwijnen ze weer weg. Het zijn geen opvallende zwammen, maar ik vind ze altijd mooi: als ze nog jong en veelbelovend zijn en als ze wegrotten. De zwam op de foto vond ik vorig jaar op 6 december. Hij is aan het eind van zijn latijn. In die taal heet hij Armillaria mellea. Mellea betekent honing.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Merels en appels

Merels en appels

Merel m. met appel. Foto Koos Dijksterhuis
Merel m. met appel. Foto Koos Dijksterhuis

De appeloogst aan mijn appelboompje is veel groter dan vorig jaar. Ik heb mijn vingers uit hun kom geschild voor appelmoes, appelkruimel en hete bliksem. Daarbij zijn het lekkere handappels. Er hangen nog enkele diehards in de boom, waaronder grote, glanzende exemplaren.

Net als ik hebben de merels een voorkeur voor de mooiste appels. Er zaten wekenlang meerdere merels in de boom. Vorig jaar hingen er begin december lege schillen. Die waren uitgehold; merels hadden ze leeggepikt. Dit jaar raap of pluk ik veel appels waar één of twee hapjes uitgenomen zijn. In de overdaad kunnen de merels nu eens hier, dan weer daar pikken.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Gewapende sprinkhaan

Gewapende sprinkhaan

Struiksprinkhaan. Foto Koos Dijksterhuis
Struiksprinkhaan. Foto Koos Dijksterhuis

Als ik bladeren hark, probeert er een felgroene sprinkhaan weg te wandelen. Een beetje sprinkhaan zou springen, maar deze niet. Misschien is het er te koud voor, ze maakt een stramme indruk. Ik houd haar mijn vinger voor en een vinger is kennelijk net wat ze zoekt. Zonder aarzeling kruipt ze erop, poot voor poot. Als ze zich met al haar zes poten gesetteld heeft, verhuis ik haar naar de struiken onder de bomen. Het is tenslotte een struiksprinkhaan. Even later vind ik er weer een.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Niet-groene stinkwants

Niet-groene stinkwants

Stinkwants in herfstkleur. Foto Jeanette Essink
Stinkwants in herfstkleur. Foto Jeanette Essink

Tussen de bladeren in mijn tuin kruipt een wants weg. Het is een groene stinkwants, de gewoonste aller wantsen. Hij is alleen roodbruin, want als de bladeren krijgt de stinkwants een herfstkleur. De herfstkleurige stinkwants gaat under cover voor de winter, en hoopt in de lente weer te ontwaken. Dan zal hij of zij weer groen kleuren en, als alles volgens plan verloopt, met een soortgenoot paren. De wantsen duwen daartoe hun achtersten tegen elkaar.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Kroezende kruldistels

Kroezende kruldistels

Kruldistel. Foto Koos Dijksterhuis
Kruldistel. Foto Koos Dijksterhuis

Kruldistels bloeien nog, evenals dovenetels, bezemkruiskruid, klavers, scherpe boterbloemen, harig knopkruid en sommige rozen. De gebruikelijke laatbloeiers weten weer van geen ophouden.

Er bloeien ook verrassingen. Op de fenolijn van Vroege Vogels meldde iemand half november al bloeiend speenkruid. Dat is zo vroeg voor deze maartse bloem, dat ik ma afvraag of het geen dotterbloem was. Dotters zien eruit als grote speenkruiden en doen aan herfstbloei. Zo kreeg ik ook al in oktober meldingen van crocussen, maar dat bleken herfsttijlozen te zijn. De eerste sneeuwklokjes echter laten zich zo niet nu al, dan toch weldra zeker zien. En zo wisselen vroegelingen de laatbloeiers af.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
Sigaar uit eigen web

Sigaar uit eigen web

Foto Koos Dijksterhuis
Foto Koos Dijksterhuis

Er hangt een spin voor mijn raam. Spinnen spinnen wel vaker hun web voor een raam. Zouden ze net als insecten op licht afkomen? Of zouden ze weten dat ze bij het licht in een hinderlaag moeten liggen, omdat insecten daarop afkomen?

Ik denk dat ze overal hun webben weven, waar maar ruimte is. In de herfst, als de nieuwe generaties meedoen, kun je op bedauwde morgens de struiken zien glinsteren van de webben. Elk begroeide paadje wordt versperd door webben. Zelfs het gras is bedekt met een sluier van spinrag. Er is voor een insect geen doorkomen aan. Licht of donker, spinnen weven hun webben overal.

Lees Meer Lees Meer

DELEN
829 dode bruinvissen

829 dode bruinvissen

Dode bruinvis. Foto Koos Dijksterhuis
Dode bruinvis. Foto Koos Dijksterhuis

De laatste jaren vind ik regelmatig dode bruinvissen op het strand. Mijn vader snoefde over bruinvissen achter de boot naar Schiermonnikoog, maar dat was begin jaren dertig. Daarna ging het bergafwaarts met de dolfijntjes.

Dat er nu weer zo’n vijftigduizend in Nederlandse wateren zwemmen, klinkt mooi, maar hoeft dat niet te zijn. Misschien zijn ze wel uit de Noorse wateren gevlucht, omdat daar de zandspiering is weggevist. Bruinvissen verstouwen enorme hoeveelheden wijtingen, grondels, haringen, sprotjes en zandspieringen. De laatste drie zijn vette vissen, waarmee bruinvissen hun vetlaag onderhouden. Die houdt hen warm in het koele zeewater. Bruinvissen kunnen wel één meter tachtig lang worden, maar de meeste zijn kleiner. Ze wegen enkele tientallen kilo’s. Het zijn de kleinste walvissen en ze moeten relatief veel eten om op temperatuur te blijven: zo’n tien procent van hun lichaamsgewicht, oftewel twee tot vijf kilo vis per dag.

Lees Meer Lees Meer

DELEN