Natuurtalenten Jeanette Essink en Arp Kruithof zagen in Drenthe groene kevertjes op dagkoekoeksbloemen. Het waren schildpadtorren , die hun kop en pootjes kunnen intrekken onder hun hals- en dekschilden. De larven van deze kevers hebben geen schild, maar dragen met hun staart een paraplu van rommel boven zich. Die rommel boetseren ze van vervellingshuidjes en soms poepjes van eigen makelij. …
Laatst schreef ik op deze plek over afval dat ik in de natuur vind en meeneem. Ik maakte gewag van een cement-bak, zo’n grote zwarte emmer. Die dreef al een tijd in een sloot. Toen hij naar de overkant was gedreven, ben ik via het dammetje naar die overkant gelopen en viste hem eruit. Er zaten scheuren en gaten in, vier bloedzuigers en drie poelslakken. De diertjes heb ik allemaal in de sloot gezet. …
Riet is een algemene waterplant waar geen mens van opkijkt. Toch verbaas ik mij er elke lente weer over hoe snel het groeit. Als het oude riet van vorig jaar nog een halve meter boven het nieuwe groene riet uitsteekt, weet ik: over een week is het oude riet vrijwel onzichtbaar vanwege het nieuwe riet. Een halve meter in een week! Daarbij is riet een ecologisch belangrijke plant, want het zuivert de grond en het water, en het geeft leefruimte aan insecten en vogels. …
Ik zag een koppel brandganzen met drie jongen. In mijn jeugd was dat uitgesloten. Toen trokken de brandganzen uiterlijk de derde week van mei weg naar hun broedgebied op Spitsbergen. Ik weet nog dat ik voor het eerst in de zomer brandganzen in Nederland zag, dertig jaar geleden. Dat was in Friesland, bij het Sneekermeer. …
Toen ik door de straat liep kwam een buurvrouw toegesneld, met een takje in haar hand. Het was een stekelige bramentak. Ze had gesnoeid en gooide dit takje in de gft-bak, toen ze zag dat er een enorme vlinder opzat. Ze zag mij en trok de bramentak terug. Wist ik wat voor vlinder het was? …
Het is mei en dus meikevertijd. Dat is trouwens een rekbare constatering. De eerste meikevers vlogen al in april, terwijl de eerste junikevers nu al gezien zijn. En raad eens wanneer de eerste julikever zich aandient?
Meikevers worden weer algemener. Nu ik in Drenthe woon, op zand met keileem, heb ik ze met vele in de tuin. In Groningen, op de klei, zag ik ze nooit. Ik heb liever bloemen dan gras, en daarom geef ik de voorkeur aan een ijle grasmat, dus dat de larven van meikevers graswortels eten vind ik prima. Hetzelfde denk ik over de larven van langpootmuggen. Scheelt bovendien maaiwerk. Mensen die hun gazon bemesten, ontmossen en besproeien hebben denk ik grasmaaien als hobby. …
Merel zingend in de schemer. Foto Koos Dijksterhuis
Op zolder lag een tent van de vorige bewoners die ik wel eens wilde opzetten. Het leek me leuk erin te slapen. In mijn roerige jaren heb ik wel lagere temperaturen getrotseerd dan de nachtvorst van nu, en ik sliep redelijk. Af en toe werd ik wakker, met een allengs vollere blaas, want ik zag er te zeer tegenop de tent te verlaten. In het donker hoorde ik een bosuil. Toen het schemerde, begon een merel te zingen. Het was vijf uur. …
De laatste der Afrikanen arriveren: zomertortels, wielewalen, grauwe vliegenvangers, bosrietzangers, spotvogels. De tortels, vliegenvangers en spotvogels zijn in Nederland veel leefgebied kwijt geraakt. Dat bestond uit begroeide erven en houtwallen. Dat landschap hebben we moedwillig veranderd in een strakke, steriele eenheidsworst. Wat verwacht je ook van een volk dat zijn buitengebied ‘plat’ noemt? …
Mijn vroegere tuin huisvestte vrij veel vogelmelk. Prachtig vind ik die bloemen: witte zespuntige sterren van een centimeter of vijf in doorsnee. Ik dacht altijd dat het een soort lelies waren, maar nee, het zijn familieleden van de asperge. De bloemen zien er alleen maar lelieachtig uit. Vogelmelk wordt in Frankrijk ook wel als asperges geserveerd en gegeten.
Ik weet in een bos bij Groningen een open plek, die in april en mei wit kleurt van het vogelmelk, schitterend. Waarschijnlijk zijn dat uit tuinen verwilderde planten, maar misschien zijn ze ook wel echt wild, wie zal het zeggen. Er kan zaad overwaaien, maar in Nederland vermenigvuldigt vogelmelk zich ongeslachtelijk, via bollen. Bollen leggen geen grote afstanden af. Ik denk dat iemand ooit wat tuinafval in dat bos heeft gedumpt, in dit geval met het feestelijke resultaat van een vogelmelkerij. …