Met de kinderen naar Costa Rica
‘Kijk, die staarten!’ roept zoon van 11. Zijn zus van 15 hurkt en maakt lokkende handbewegingen met gestrekte arm. Dat werkt. De neusberen komen zo gretig op haar af, dat ze terugdeinst. Onze bus stopte meteen toen de chauffeur en reisleider een groep coati’s in de berm zagen. Coati’s ofwel witsnuitneusberen zijn forse wasberen met een lange, bleke neus. Ze steken hun witsnuitneuzen graag in andermans zaken. Vanuit de bossen schuimen ze de randen van de mensenwereld af op zoek naar hapjes. Mensen voeren ze, al is dat verboden. In enthousiaste buien steken de dieren hun lange staart recht omhoog. Zodat we in de berm omringd worden door staarten, allemaal omhoog, als vlaggetjes op kinderfietsjes.
In de kerstvakantie met de kinderen naar de tropen. Waar moet een mens zijn CO2-quotum anders mee vullen? De reisbrochures op internet beloven vulkanen, jaguars en quetzals. Het land is Spaanstalig en veilig. Ik organiseer mijn reizen altijd zelf. Maar het is hoogseizoen en ik zie me al met de kinderen in het donker voor een overboekt hotel staan, terwijl de laatste bus weg is en er een tropische donderbui losbreekt.
Reisorganisatie Koning Aap biedt familiereizen, ja zelfs puberreizen aan, met kinderen in de lastige leeftijd. Maar de puberreis vervalt. Ik boek toch. Een dure grap van ruim tweeduizend euro per persoon, het is tenslotte kersttijd. Een los vliegticket kost 1700, dus voor vierhonderd euro krijg je er twee weken transport bij, onderdak en een gids.
Onder de veertien reisgenoten zijn nog twee kinderen, jongens van dezelfde leeftijd. We ontmoeten ze in de hoofdstad San José. Mijn kinderen schuiven bij hen aan, maar hoewel de jongens vier talen spreken, zeggen ze in geen daarvan iets. Ze blijven de hele reis verlegen. Gelukkig bestaat onze groep uit gezellige mensen. Er zit niet één zeurpiet bij. En gids Luc Delvaux, een Vlaming die al dertig jaar in Costa Rica woont, weet overal onverwachte bezienswaardigheden.
“Als we iets omrijden, kunnen we langs een tuin waar soms turquoise gifkikkers zitten”, zegt hij. En waarachtig, hij vindt ze. Zo troont hij ons ook mee naar rode kikkers, gele slangen, oranje reuzenleguanen, kaaimannen. We komen op plekjes die we op eigen houtje niet hadden gevonden. Daar staat tegenover dat zo’n reisgezelschap een besloten clubje is, dat door de ramen van het busje de landschappen voorbij ziet glijden. In plaats van met voorbijgangers maken we praatjes met onze reisgenoten. En we bivakkeren bij toeristische trekpleisters waar in het weelderige groen troosteloze oorden uit de grond zijn gestampt: hotels, restaurants, winkelcentra, benzinepompen. Maar de natuur maakt alles goed. De bossen, vulkanen en met houtwallen omzoomde weiden zijn schitterend. Ja, zelfs de in vergif doordrenkte ananas- en bananenplantages zijn mooi, omdat in de vochtige tropenwarmte het groen er langs de randen razendsnel opgroeit.
Het land is nauwelijks groter dan Nederland, de reistijden zijn kort, we hebben veel tijd voor wandelingen door nevelwouden, regenwouden, boomkroonpaden. De laatste bevatten honderden meters lange hangbruggen tussen de woudreuzen. Je kunt zelfs nog hoger over de boomtoppen scheren, de zogenoemde canopy. Op een heuveltop word je met een katrol aan een staalkabel gehangen. Je krijgt een zet en daar schiet je met een bloedgang door de lucht. Na anderhalf uur kom je veel lager weer terug. Soms is één lijn meer dan een kilometer lang. Tussendoor moet je je met andere luchtreizigers staande houden op piepkleine plataeautjes zonder omheining. Niets voor hoogtevrezenden. Zoon is al met geen stok op zo’n hangbrug te krijgen, laat staan in de canopy. Ik grijp mijn kans om niet te hoeven, ik kan zoon toch niet alleen laten?
Dochter is niet te stuiten. De zeventienjarige medewerkers, macho’s in de dop met snorretjes, helmen en zoveel mogelijk haken en ogen aan hun riem, verdringen zich om de langharige blondine in haar tuigje te hijsen. En daar zweeft ze.
“Was het leuk?” vraag ik na afloop gevat.
“Het is het leukste wat ik ooit in mijn leven heb gedaan.” Ze straalt.
Zoon kiest een andere stoere bezigheid: kanoën. Gehelmd en gezwemvest gaat hij te water met een reisgezel, met wie hij graag optrekt. Samen storten ze zich in de schuimkoppen van een stroomversnelling.
Schuimkoppen zijn er ook in zee. Het palmenstrand blinkt. Helaas brengen we de laatste dag door in de hoofdstad. Het enige terras in San José is het terras van ons hotel, een fraai vergane-glorie-gebouw aan een plein vol duiven en muzikanten. We horen vogelzang, maar dat blijkt het geluid van het voetgangersoversteeklicht. Er is één wandel-winkelstraat en een levendige, overdekte markt. Er zijn twee kleine musea, maar verder bestaat de stad uit betonblokken in een raster van avenues en straten, zoals in de VS. En net als daar kun je met dollars betalen. De prijzen zijn in dollars iets hoger dan in Costaricaanse colones, en die prijzen zijn toch al hoog. Wie denkt dat het dagelijks leven in zo’n tropenland weinig kost, rekent zich rijk. Costa Rica is duurder dan Nederland, een colaatje kost 3,50, een wijntje 7 dollar. Twee weken lang tikt dat met drie personen lekker aan. Pech gehad, niet aan denken.
In San José wijken we uit naar het grote park, drie kilometer westwaarts. Daar zien we eekhoorns en crackles, een soort zwarte eksters. Naar Costa Rica ga je niet voor cultuur, maar voor natuur. Zeeschildpadden zijn een attractie, maar ’s winters zitten die op zee. Jaguars krijg je niet te zien en quetzals lastig, maar op de aan quetzals verwante gele en rode trogons maak je goede kans. En op toekans, parkieten, kolibri’s…
Omdat ondergetekende graag vogels ziet, laat onze gids de chauffeur regelmatig stoppen. En hij heeft een geoefend oog, hij ziet alles. Om de haverklap krijgt hij in een boomkruin een roofvogel, luiaard of brulaap in de smiezen. Die brulapen! Als je een harde imitatieboer laat, spert de aap meteen zijn oranjegele muil open voor een passend antwoord. De kapucijnapen zijn nog leuker, die klimmen en springen soms vlakbij over de takken. Een geheid succes onder volwassenen en kinderen.
Maar die witsnuitneusberen spannen toch wel de kroon, al die neuzen en staarten zó dichtbij…
Costa Rica
Transatlantische vlucht duurt ca 10 uur. Vluchten via Spanje of de VS. Tijdverschil -7 uur.
Beschreven reis geboekt via http://koningaap.nl/costa-rica-reizen
Voor Costa Rica is geen visum nodig, wel een paspoort.
Vaccins zijn niet verplicht. Hepatitis-A wordt aangeraden.
Betalen met US Dollars of CR Colones. 1 euro = ca 500 colones. 1 dollar is ca 420 colones.
Colones en soms dollars zijn uit geldautomaten te pinnen met een creditcard of bankpas met werelddekking.
2 gedachten over “Met de kinderen naar Costa Rica”
leuk verhaal, maar de Ara’s op de foto zijn tam; en de blauwgele ara is bovendien niet inheems.
vliegticket van 1700 euro??? KLM businessclass dan zeker…? voor 900 euro heb een retourtje en goedkoper kan met enig uitpluizen (en tijdig boeken) ook nog.
moi Koos,
ik lees dat jullie een leuke vakantie hebben gehad, mooi man.
groet Lucas
Reacties zijn gesloten.